Olieslaan

Op deze oliemolen wordt olie geperst uit lijnzaad of koolzaad


Voorbereiding:

Voor dat je kunt olieslaan moet eerst de molen draaien. Dit doen de molenaars door de molen op de wind te zetten, kruien noemen ze dit, en de zeilen voor te leggen (of niet indien er teveel wind is).

Als je klaar bent kun je de molen laten draaien. Dan kun je de vang ophalen , als je dan aan het vangtouw trekt gaat in de kap een balk omhoog waar de vangband aan vast zit, hier zit een zwaar gewicht in om te kunnen vangen. Als je de molen wilt laten draaien trek je de vangbalk in de duim (een haak en beugel waar de vangbalk dan inhangt)
werking van de vang Het bovenwiel met de vang erom heen


De inrichting en werking van een oliemolen is behoorlijk complex, deze bestaat uit de volgende onderdelen:

De Kantstenen:

de kantstenen de kantstenen

Het zaad wordt gemalen onder 2 vertikale stenen die op hun kant rollen over een grotere liggende steen, de legger, vandaar dat dit werktuig de kantstenen wordt genoemd. Het oliehoudende produkt wordt feitelijk onder de stenen niet gemalen, maar geplet en gekneusd. Na ongeveer 15 minuten malen wordt er iets vocht aan toegevoegd en laat men dit doormengen. Is het zaad klaar dan laat men het via de afloopbak van de legger aflopen. Het 'meel' valt dan in de voorslagmeelbak en wordt vanaf daar op het vuister gegooid om verwarmd te worden.

Het vuister:

tekening van een vuister

Links hangen de bulen , dat zijn filterzakken waar het verwarmde meel in gaat. Het meel wordt op het vuister verwarmd tot het handwarm is (max. 40 graden). Een roerijzer zorgt ervoor dat het zaadmeel niet aanbrandt. Zodra het meel goed verwarmd is wordt de schuifpan naar achteren getrokken en valt het meel door de kaartje in de bulen.

 

De Haren:

Als dus de bulen gevuld zijn, worden de twee bulen in de haren gedaan.

de haren

Een haar is een gevlochten mat van paardenhaar in een leren omhulsel. Dit is noodzakelijk om de buul te beschermen tegen de hoge druk in de wigpers (de laad).

 

Het slagwerk (de heien):

de gietijzeren wentelas

De hei word opgetild door de wentelas. Dat is een horizontale as waar nokken aan vast zitten. Aan de heien zitten vuisten. Als nu de wentelas draait, dan tilt hij de hei op en laat deze bovenaan weer los. De hei valt door zijn eigen gewicht naar beneden en komt op de wig, de slagbeitel terecht. Op de foto rechts zie je de gietijzeren wentelas met een stamper:

 

Het slagblok:

doorsnede van een wigpers

Op bovenstaande tekening zie je de doorsnede van een wigpers. Daar heeft onze molen er twee van. Het voorslag voor de eerste persing en het naslag voor de tweede persing.
De hei slaat de slagbeitel tussen het laadgoed naar beneden en zodoende onstaat er een zijwaartse druk op de haren. Hierdoor komt de olie vrij uit het 'meel'. De olie zal via de haar naar de onderkant lopen en door het fontijnijzer in de bekkens druppelen.
Na ongeveer 50 slagen is de meeste olie eruit en zit de slagbeitel muurvast in de pers. Om alles nu los te kunnen maken is het voldoende om met de loshei enige klappen op de losbeitel te geven. Deze contrawig zakt dan naar beneden, en in een klap is zo de druk van pers. Door een contragewicht schiet de slagbeitel daarna weer terug naar zijn beginpositie en is er ruimte in de pers om de haren met de bulen er uit te halen.


De Produkten

Olie:

De olie die in de bekkens is opgevangen, wordt aan het einde van de werkdag afgetapt en gemeten. Daarna gaat de olie door een zeefdoek in het olievat om te bezinken. Alle ongerechtigheden in de olie zakken langzaam naar de bodem. Na bezinking is de olie gereed voor gebruik. De olie wordt afgevuld in verschillende verschillende maten verpakkingen om verkocht te worden aan particulieren.

Veekoeken:

Wat overblijft zijn de Koeken , dat is het restafval van de uitgeperste lijnzaden. Dit is uitstekend veevoer. Ze worden eerst op de kaak uit de bulen gestroopt en daarna worden de koeken op 'maat' gesneden. Vroeger werden deze veekoeken namelijk heel verkocht en moesten zij dus een gelijk gewicht hebben. Ook bevatten de boven- en onderkant nog relatief veel olie. Deze zg. snijdsels gaan weer terug in het proces om nogmaals meegeperst te worden. Tegenwoording worden de koeken gebroken met een koekenbreker en daarna in zakken van 20 kg verkocht


Indien je meer wilt weten over de werking van een oliemolen, er is ook nog een pagina over overbrengingsverhoudingen van oliemolens in Nederland